Goed nieuws? Of gaan je investeringen nu in rook op?
Artikel in de
telegraaf over de bubbel die doorgeprikt zou zijn.
Prijs oldtimer onderuitKenners van de automarkt stellen dat de bubbel is doorgepriktAmsterdam door Olof van Joolen en Remco SlumpDe gouden gekte op de markt voor klassieke auto’s lijkt voorbij. Waren prijsverdubbelingen binnen een jaar de afgelopen tijd normaal, op toonaangevende veilingen in Parijs haalden afgelopen weekeinde veel auto’s de minimumprijs niet eens meer.
Het waren vooral de bedroevend lage rentes op spaarrekeningen en grote onzekerheid op de beurzen die prijzen van Ferrari’s, Porsches en Lamborghini’s uit de jaren vijftig en zestig pijlsnel lieten stijgen. Gevolgd door prijsexplosies van nieuwere sportwagens. Als ik toch niks aan mijn spaarcentjes verdien, kan ik er beter iets leuks van kopen. Helemaal als een auto ook nog meer waard wordt. Zo redeneerden veel gefortuneerden. In Groot-Brittannië werd zelfs een nieuw beleggingsproduct geïntroduceerd. Een aandeel in een zeldzame oldtimer. De koper zal er nooit een meter mee rijden, maar de kans op mooi rendement zou groot zijn.
Door de toegenomen vraag bracht een Ferrari Testarossa uit de jaren tachtig ineens anderhalve ton op, terwijl precies dezelfde auto nog geen drie jaar terug met moeite 50 mille opleverde. In het kielzog van deze grote kanonnen begonnen ook oudjes waarvan er veel meer zijn gebouwd in prijs te stijgen. Neem de Alfa Romeo Giulia. Tot vrij recent was 10.000 euro zo’n beetje de gemiddelde verkoopprijs. Nu staan er veel auto’s voor het dubbele geadverteerd.
Maar aan de grenzeloze prijsstijgingen lijkt een eind te komen. Afgelopen weekeinde bracht een Ferrari 335S bij het Franse veilinghuis Artcurial nog 28 miljoen euro op. Inclusief veilingkosten betaalt de nieuwe eigenaar 32,1 miljoen, waarmee de racewagen de duurste auto ooit is.
Tegenover dit succes staat echter een lange rij klassiekers die tijdens dezelfde Artcurial-veiling niet werden afgehamerd omdat ze de minimumprijs niet wisten te halen. Bij RM Sotheby’s, dat aan de vooravond van dezelfde beurs Retromobile ook een grote veiling in Parijs hield, gebeurde hetzelfde. Daar wilden bieders bijvoorbeeld niet verder gaan dan 880.000 euro voor een Alfa Romeo Tubolare Zagato, die werd aangeboden namens een Limburgse eigenaar. De minimumprijs van de historische racer stond op 9,5 ton. In de wandelgangen klonk het verhaal dat het veilinghuis de vraagprijs al vrij stevig vond.
Trendbreuk
Kenners durven inmiddels al hardop te zeggen dat de prijsbubbel is doorgeprikt. „Vorig jaar was het jaar dat de prijzen stabiliseerden. Nu beginnen ze te dalen”, stelt Wim Oude Weernink. Hij is de nestor van de Nederlandse autojournalistiek en één van de oprichters van de Federatie Historische Automobiel en Motorfietsclubs (FEHAC). Ook de Nederlandse agent van veilinghuis RM Sotheby’s, Tonnie van der Velden, ziet een duidelijke trendbreuk.
„Iedereen die nu een Ferrari Testarossa aanbiedt, denkt dat hij minimaal 100.000 euro kan vragen. Maar die prijzen gaan eigenlijk alleen op voor de perfecte auto’s met weinig kilometers en een sluitende onderhoudshistorie. Voor klassiekers die niet aan die criteria voldoen, geldt dat de prijzen afgelopen jaren zijn opgeblazen. Die lucht gaat er nu zeker uit.”
’De lucht gaat er nu zeker uit’